Als het tegenvalt op school
ππ€π€ππππππππ ππ£ ππ§π€ππ₯ 1
Daar gaat ze, net 4 jaar. Rugtas op de rug en met een vrolijke huppel gaat ze naar school toe. Ze heeft er zin in, nu mag ze eindelijk echt naar school toe. Haar armpjes gaan om je nek, nog een dikke knuffel en een kus. En dan zwaait ze je gedag. Je gaat met een fijn gevoel weer naar huis. Zoβn eerste schooldag is best wel spannend, maar nu je haar zo vrolijk ziet heb je er alle vertrouwen in dat het goed gaat komen.
Aan het eind van de schooldag sta je weer bij het hek te wachten. Je bent benieuwd: βHoe zal haar dag zijn geweest?β Daar komt ze aan, ze rent naar je toe. Een dikke knuffel volgt.
βEn?β vraag je? βHoe was het?β
βWel leuk.β antwoord ze.
En daar moet je het mee doen. Samen fietsen jullie naar huis. In de loop van de week merk je dat het enthousiasme wat er eerst was wegzakt. Je vraagt aan haar wat er is. En dan komt het eruit. Het valt tegen. Op school wordt er tot 20 geteld en kinderen kleuren de kleurplaat met bananen oranje. Of eigenlijk, krassen de bananen oranje. Je beseft dat dat een groot verschil is met wat jouw kind kan.
ππ€π€ππππππππ ππ£ ππ§π€ππ₯ 3
Een goede 2 jaar later, de vakantie is weer voorbij en je bent op weg naar school. Ze start vandaag in groep 3. Ze heeft er weer zin in, want groep 3 daar gaat het gebeuren. Maar na de eerste schooldag komt ze teleurgesteld thuis.
βHoe was je dag?β Vraag je.
βSaai.β Is het antwoord. βNiks nieuws geleerd.β
Je probeert nog dat het net de 1e week is en dat het een week is waar de leerkracht alle kinderen nog moet leren kennen. βHet komt vast wel goedβ, zeg je. Maar na een aantal weken is het nog niet goed gekomen. En na een aantal maanden is dat ook nog niet het geval. Ondanks dat je in die tussentijd wel contact hebt gehad met juf.
ππ π‘πππ§ π’πππ§ π©ππͺππ¨, πππ£ π€π₯ π¨πππ€π€π‘
En nu zit je kind in groep 8 van de basisschool. Het gaat best redelijk hoor, maar je kan niet zeggen dat ze nou echt veel leert op school. βIk denk dat ik meer van jou leer, dan van schoolβ, zei je kind van het laatst.
πππ© π«π€π€π§π©πππ―ππ© π€π£πππ§π¬πππ¨
Je weet dat het voortgezet onderwijs eraan zit te komen. EΓ©n ding is je in ieder geval duidelijk. Je hebt niet de verwachting dat je kind vanaf dag 1 gelijk iets zal leren.
Je zucht, want je realiseert je dat je dan ook weer een nieuwe fase in gaat. Een fase die je veel energie gaat kosten en één waarin je weer veel gaat praten met school. Je voelt je soms best alleen hierin.